Vertaling van het beleidskader
Algemeen
Voor de uitvoering van het onderhoud zijn de beleidsplannen vertaald in beheerplannen. Daarin staan per jaar de uit te voeren onderhoudsmaatregelen en de daaraan verbonden kosten. Op basis van door de raad vastgestelde beleidsplannen volgens het uitgangspunt “veilig en heel” zijn de beheerplannen geactualiseerd of vindt – voor zover deze verlopen zijn – actualisatie momenteel plaats. Bij de actualisatie van de beleidsplannen wordt ook gekeken naar het gewenste onderhoudsniveau.
Voor alle kapitaalgoederen (m.u.v. civiel technische kunstwerken, groenstructuurplan en buitensport voorzieningen) zijn voorzieningen gevormd. Door vaststelling van het nieuwe Meerjaren onderhouds plan (MJOP) gemeentelijke gebouwen is met ingang van 2019 de bestemmingsreserve omgezet naar een onderhoudsvoorziening. De reserve voor riolering is in het verleden gevoed vanuit de bijdragen van de burgers. Deze gelden moeten verplicht besteed worden aan riolering. Om te kunnen voldoen aan de BBV-voorschriften is bij de uitwerking van het bij het Waterplan besloten spaarsysteem nu sprake van een 2-tal voorzieningen en een bestemmingsreserve. Het betreft een spaarvoorziening voor vervangingsinvesteringen, een egalisatievoorziening voor de kosten van groot onderhoud riolering en een bestemmingsreserve voor het exploitatieresultaat op taakveld riolering.
Alleen voor wegen was in 2019 nog sprake van een bestemmingsreserve en deze kan bij actualisatie omgezet in een voorziening. Op basis van het op 3 juni 2019 door het college vastgestelde wegenbeheerplan 2019 -2028 wordt voldaan aan de voorwaarden om de bestaande bestemmingsreserve onderhoud wegen per 31 december 2019 om te zetten in een onderhoudsvoorziening.
Er gelden andere voorwaarden voor de vorming van een voorziening dan voor het aanhouden van een bestemmingsreserve, bijvoorbeeld ten aanzien van het volgen van de beleidsplanning en de financiële vertaling van de plannen.
Achterstallig onderhoud
De nieuwe notitie materiele vaste activa van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) (januari 2020) maakt onderscheid tussen twee soorten achterstallig onderhoud:
- Achterstallig onderhoud waarmee onveilige situaties worden gecreëerd en waarbij sprake is van kapitaalvernietiging is onaanvaardbaar en dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen een redelijke termijn hersteld te worden. Op basis van artikel 44 lid 1a BBV is de gemeente verplicht hiervoor een voorziening te vormen. Het achterstallig onderhoud wordt vervolgens ten laste van deze voorziening gebracht.
- Er kan ook sprake zijn van achterstallig onderhoud zonder dat dit leidt tot kapitaalvernietiging en/of onveilige situaties. Daar is sprake van wanneer de onderhoudstoestand van een kapitaalgoed lager is dan het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau. Wanneer dit veroorzaakt wordt door onvoldoende beschikbaar gesteld budget door de raad is het noodzakelijk dat de raad een besluit neemt om óf meer budget beschikbaar te stellen óf het gewenste kwaliteitsniveau naar beneden bij te stellen zonder dat dit leidt tot kapitaalvernietiging en/of onveilige situaties.
Bij geen van de kapitaalgoederen is sprake van achterstallig onderhoud in de 1e betekenis daarvan. Er zijn geen onveilige situaties en er vindt geen kapitaalvernietiging plaats. Er hoeft daarom geen voorziening te worden gevormd op basis van artikel 44.lid 1a van de BBV. Hierna wordt per kapitaalgoed ingegaan op eventueel achterstallig onderhoud in de 2e betekenis van het woord. Om spraakverwarring te voorkomen wordt daarbij niet gesproken over achterstallig onderhoud, maar over een lagere onderhoudstoestand of kwaliteitsniveau (ten opzichte van het door de raad vastgestelde niveau).
Wegen
De gemeente is op dit moment eigenaar en beheerder van circa 2,8 miljoen vierkante meter verharding. Het wegenbeleid is er op gericht dat de gebruikers er op kunnen vertrouwen dat zij op een goede manier gebruik kunnen maken van de wegen. Voor het gewenste onderhoudsniveau wordt het uitgangspunt “veilig en heel” gehanteerd. Onderhoudswerkzaamheden vinden plaats naar aanleiding van visuele inspecties. Er wordt gekeken hoe de wegen zo opgeknapt kunnen worden dat de (verkeers-)veiligheid van alle (verkeers-)deelnemers aan de openbare ruimte kan worden gewaarborgd. In 2019 is een beheerplan opgesteld ter onderbouwing van de stelpost voor verruiming van het onderhoudsbudget van wegen en om een meerjarige doorkijk te geven voor de onderhoudsbehoefte van wegen.
Onderhoudstoestand wegen
Jaarlijks worden de wegen binnen de gemeente op kwaliteit geïnspecteerd. Wegen worden beoordeeld op basis van CROW richtlijnen. Met de resultaten van deze jaarlijkse visuele inspectie kan er iets gezegd worden over de onderhoudstoestand.
In het wegenbeheerplan is aangegeven dat op basis van visuele inspectie 5% van de verharding in de gemeente niet meer voldoet aan de uitgangspunten ‘veilig en heel’. Het op het vastgestelde niveau brengen van deze 5% verharding is meegenomen in het wegenbeheerplan. Door het besluit van de raad om extra middelen beschikbaar te stellen (de eerder genoemde stelpost van
€ 500.000) is het de verwachting dat dit op korte termijn kan worden ingelopen en de onderhoudstoestand van de wegen zodoende weer op het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau gebracht wordt.
Dit gebeurt deels door middel van integrale projecten en solo projecten. Omvang van dit areaal is echter moeilijk te bepalen. Daarnaast zijn er binnen de integrale projecten straten te benoemen die nog wel veilig zijn maar door het integraal werken wel meegenomen worden. Verder wordt de verharding die niet op niveau is, opgenomen met het dagelijks/klein onderhoud, civiele werken (projecten, woonwijken) en GOL. Tot slot zijn er verschillende typen verhardingen welke uiteenlopende maatregelen hebben zoals herstraten of overlagen.
Openbare verlichting
Het beleidsplan openbare verlichting is vastgesteld in juli 2018 en loopt tot en met 2022. De titel en het motto van het nieuwe beleid is: Slim verlichten. Alléén verlichten waar, wanneer en zoveel als nodig. Het nieuwe beleid richt zich op het bewuster en spaarzamer omgaan met verlichting van de openbare ruimte. De insteek is dat de openbare verlichting past bij de functie en het gebruik van de openbare ruimte. De verdere uitwerking van het beleid zal gebeuren aan de hand van een plan van aanpak en later wordt nog een beheerplan opgesteld. Het plan van aanpak beschrijft een gestructureerde, planmatige en samenhangende methodiek voor de uitwerking van het beleid en de hieraan gerelateerde opgaven. Het beheerplan zorgt daarna voor voortzetting en instandhouding van de ingezette kwaliteitsverbetering. Er wordt nadrukkelijk ingezet op vernieuwende technieken. Het doel is eenduidig beheer en onderhoud voor alle openbare verlichting. Voor planmatige vervanging van lichtmasten/armaturen en voor klein onderhoud is jaarlijks een bedrag geraamd. De gedurende de looptijd van het beleidsplan beschikbare middelen zijn naar verwachting voldoende voor het realiseren van het gewenste ambitieniveau. In verband met personele wisselingen is in 2019 minimaal invulling gegeven aan de vervangingsopgave. Dit heeft niet direct geleid tot onveilige situaties of vermindering van de verlichtingskwaliteit en het verlichtingsniveau.
Civiele kunstwerken
Het gaat hier onder meer om vaste en beweegbare bruggen, kademuren en vlonders. In 2018 zijn de civieltechnische kunstwerken geïnspecteerd. In 2019 en 2020 wordt een beheerplan opgesteld zodat duidelijk wordt wat nodig is om de civieltechnische kunstwerken veilig en heel te houden.
Riolering en Water
Het vigerende waterbeleid (Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan en het Waterplan) is geactualiseerd. In plaats van 2 aparte nieuwe plannen is ervoor gekozen om een integraal waterplan op te stellen waar alles wat met water te maken heeft is opgenomen. Op het punt van klimaatadaptatie en een duurzame omgang met water vormt het waterplan een van de pijlers onder de duurzaamheidsagenda.
Het Waterplan omvat de water-, en klimaatstrategie voor de jaren 2018-2022.
De gemeente heeft verschillende zorgplichten als het gaat over water:
- het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie;
- het inzamelen en verwerken van het overtollige afvloeiende hemelwater;
- de grondwaterzorgplicht. De gemeente moet de regie nemen als er nadelige gevolgen optreden door de grondwaterstand (voor een aan de grond gegeven bestemming).
Met de vaststelling van het Waterplan is tevens besloten om vanaf 2019 voor vervangingsinvesteringen de systematiek van het Ideaalcomplex (spaarvariant) te gaan hanteren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een spaarvoorziening voor afdekking van toekomstige vervangingsinvesteringen. Fluctuaties in het verloop van de kosten voor groot onderhoud kunnen worden geëgaliseerd met de nieuw gevormde voorziening groot onderhoud Riolering.
Bij de uitvoering van investeringen is een achterstand ontstaan ten opzichte van de programmering zoals opgenomen in het kostendekkingsplan. Dat heeft niet geleid tot een vermindering van de kwaliteit van het rioleringsstelsel. In de klimaat- en afkoppelambitie zal de komende jaren een versnelling aangebracht worden.
De voor het waterplan benodigde middelen worden via inkomsten uit de rioolheffing gerealiseerd. Door het besluit om te gaan sparen voor toekomstige investeringen stijgt de rioolheffing meer dan alleen voor inflatiecorrectie nodig is.
Op het gebied van baggeren is omwille van capaciteit nog geen uitvoering gegeven aan het baggerplan dat in 2012 is opgesteld. Daarmee is een achterstand in de baggerprogrammering ontstaan dat zich nu begint te manifesteren in de vorm van waterkwaliteitsproblemen. Daarnaast is de hoeveelheid bagger toegenomen door de jaarlijkse aanwas van bagger. De in de voorziening beschikbare middelen moeten de komende jaren wel aangewend gaan worden. Op basis van het baggerplan 2012 is een voorziening aanwezig om werkzaamheden uit te kunnen voeren. Deze voorziening wordt gevuld op basis van het scenario dat de meest urgente watergangen/waterpartijen uit het baggerplan 2012 worden aangepakt. Inmiddels is de situatie aan het ontstaan dat veel waterpartijen om baggeronderhoud gaan vragen. Er is echter geen sprake van een onveilige situatie of kapitaalvernietiging. Dit zal op basis van een nieuw uit te werken baggerplan aangepakt worden
Groen- en sportvoorzieningen
Het Groenstructuurplan 2018-2022 legt vast welke groenelementen vanuit stedenbouwkundig, landschappelijk, cultuurhistorisch en/of ecologisch oogpunt dragend en beeldbepalend zijn voor de gemeente Heusden. Het draagt zorg voor behoud en waar mogelijk versterking van het groene karakter van de gemeente. Dit Groenstructuurplan gaat uit van een integrale benadering van het groen op zowel beleids- als beheerniveau. Dit heeft invloed op zowel het inrichtingsniveau (beleid) als het beheerniveau (omvormingen). De ambities uit de duurzaamheidsagenda op het onderwerp ‘biodiversiteit’ zijn hier een voorbeeld van en vragen bijvoorbeeld om extensiever onderhoud van een deel van de gazons binnen de gemeenten.
De gemeente is eigenaar en beheerder van in totaal circa 2,7 miljoen vierkante meter groen. In dit groen staan circa 26.000 bomen. Daarnaast is er 183 kilometer aan sloten te onderhouden. De inrichting van het openbare groen wordt over het algemeen bepaald bij de aanleg van een wijk of buurt, bij een nieuwe investering of bij een reconstructie. Het groenstructuurplan bepaalt in ruimtelijke zin het groene kader van de gemeente en de manier waarop dit in stand wordt gehouden en beschermd. Voor de uitvoering van het groenstructuurplan zijn structureel extra middelen beschikbaar gesteld.
Het beleidsplan beperkt zich tot het onderhoudsniveau voor het gemeentelijke openbare groen. Het beleid is er op gericht om de functie van het openbaar groen, het leefbaar maken en houden van de werk- en leefomgeving, te waarborgen tegen een redelijke prijs.
Voor het onderhoud is in de exploitatie budget beschikbaar dat voor het grootste deel uit personeelskosten van de buitendienst bestaat.
Het beleidsplan voor beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties is door het college vastgesteld. De kwaliteit van de sportvelden wordt over het algemeen als goed bestempeld. De verwachting is dat met de beschikbare middelen de velden goed onderhouden kunnen blijven worden.
Gemeentelijke Gebouwen
Het beheer en onderhoud gemeentelijke gebouwen omvat het onderhoud van alle gemeentelijke gebouwen. De gebruikers/huurders moeten er op kunnen vertrouwen dat zij op een goede manier gebruik kunnen maken van deze gebouwen. Dit moet de gemeente realiseren tegen maatschappelijk acceptabele kosten en in lijn met de budgetten in de begroting. Vanzelfsprekend moet hierbij worden voldaan aan de wettelijke eisen.
Voor de ‘vaste’ gemeentelijke gebouwen is in 2014 een beleid- en beheerplan opgesteld. Het destijds vastgestelde beleid ‘veilig en heel’ is sindsdien niet gewijzigd. De uitgangspunten voor het beheer en het onderhoud van de gebouwen zijn dat gebouwen goed blijven functioneren volgens het huidige gebruik. Bij dit onderhoudsniveau zijn esthetica en comfort van minder belang. Wel wordt nu waar mogelijk bij onderhoud zoveel mogelijk gekozen voor duurzame/energiezuinige c.q. besparende oplossingen.
De inspectie ten behoeve van het actualiseren van het meer jarenonderhoudsplan (MJOP) heeft laten zien dat het huidige beleidsplan, met het daar bijhorende onderhoudsniveau ‘veilig en heel’, nog actueel is en dat de kwaliteit van de gebouwen voldoet. Een nieuw beleidsplan is daarom niet noodzakelijk, wel diende er een actueel beheerplan vastgesteld te worden. Het geactualiseerde beheerplan met een looptijd 2019-2023 is in december 2018 door de raad vastgesteld. Op basis van dit actuele beheerplan is per 1 januari 2019 ook de voorziening Onderhoud gemeentelijke gebouwen gevormd en zijn de reserves Openbare gebouwen en Onderhoud sportaccommodaties opgegaan in deze voorziening. De omvang van de voorziening, rekening houdend met de jaarlijkse toevoegingen, moet toereikend zijn om het toekomstig geplande groot onderhoud op elk moment in de tijd ten laste van de voorziening te kunnen brengen. Dit is momenteel het geval. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud nog van een lagere onderhoudstoestand dan het vastgestelde beleid.
Gebouwen onderwijs en gymzalen
De gemeente draagt voor de huisvesting van de basisscholen alleen nog de zorg voor calamiteiten. De buitenkant van de gebouwen behoort tot de wettelijke zorgplicht. Op basis van de verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs gemeente Heusden stelt de gemeente hiervoor gelden beschikbaar.
Voor de gymzalen zijn de beheerplannen geactualiseerd op basis van het uitgangspunt “veilig en heel”. Op basis van het meerjaren onderhoudsplan en een jaarlijkse onderhoudsinspectie van de gebouwen wordt in overleg met de schoolbesturen bepaald welke onderhoudswerkzaamheden aan de gymzalen worden uitgevoerd. Daarmee kan ook verondersteld worden dat er geen achterstallig onderhoud is en de onderhoudstoestand voldoet aan het gewenste kwaliteitsniveau.
Middelen
In onderstaande tabel is aangegeven welke middelen in 2019 beschikbaar zijn voor het in goede staat houden van de in deze paragraaf beschreven onderdelen van de openbare ruimte.
Beheerplan | Begroting 2019 kosten klein en groot onderhoud na wijziging | jaarrekening 2019 kosten klein en groot onderhoud | Voorlopige stand reserve/ voorziening 31 december 2019 |
---|---|---|---|
Wegen | € 667.700 | € 452.280 | € 1.966.000 |
Openbare verlichting 2018 t/m 2023 | € 173.800 | € 103.800 | € 362.000 |
Civiele kunstwerken | € 20.000 | € 16.700 | 0 |
Waterplan 2018 t/m 2022 | € 1.257.800 | € 1.225.200 | € 2.125.396 |
Water Baggerplan | € 100.000 | € 100.000 | € 650.000 |
Groenstructuurplan | € 39.506 | € 22.000 | 0 |
Buitensportvoorzieningen | € 64.515 | € 70.000 | 0 |
Gebouwen | € 1.535.198 | € 1.227.987 | € 481.800 |
Huisvesting gymnastiek onderwijs | € 307.260 | € 226.900 | € 409.200 |
Totaal | € 4.165.779 | € 3.444.867 | € 5.994.396 |