Algemene risico's
Tot de algemene risico's behoren risico's als macro-economische ontwikkelingen en rente-, loon- en prijsontwikkelingen. Daarnaast zijn er onzekerheden over (toekomstig) rijksbeleid en ontwikkelingen in wet- en regelgeving die risico's met zich mee kunnen brengen. Door deze onzekerheden is het op dit moment nog niet goed mogelijk de financiële gevolgen van deze risico's te kwantificeren. Hier hebben alle gemeenten in ons land mee te maken.
Gemeentefonds
Voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds, de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente, geldt de zgn. “trap op/trap af systematiek”. Dat wil zeggen dat de hoogte van de uitkering fluctueert gekoppeld aan het niveau van de rijksuitgaven. Op lange termijn kunnen uitgaven bijgesteld worden indien de inkomsten uit het gemeentefonds (naar verwachting) afnemen. Echter een afname kan ook gedurende het begrotingsjaar aan de orde zijn of zelfs met terugwerkende kracht door een afrekening van een eerder jaar. Op het moment dat zich zo’n negatieve bijstelling voordoet en er geen mogelijkheid meer is om de uitgaven in de begroting aan te passen, zal de tegenvaller die daardoor ontstaat ten laste komen van het resultaat en moet er een beroep worden gedaan op het weerstandsvermogen. Ook indien sprake is van een hoogconjunctuur, bestaat de kans op het risico van een neerwaartse bijstelling van de algemene uitkering. Bijvoorbeeld omdat de begrotingsbedragen van de ministeries niet volledig tot besteding komen. Dit resulteert dan gedurende het jaar of zelfs achteraf ook in een korting op het gemeentefonds.
Een extra dimensie die op dit moment speelt is de beoogde herziening van de verdeling van het gemeentefonds. Onlangs is besloten dat deze herziening met een jaar wordt uitgesteld en ingaat per 2022. In z’n algemeenheid is de verwachting dat er een verschuiving gaat plaatsvinden van ‘platteland naar stad’ en van ‘klein naar groot’. Voor Heusden zou dit nadelig uit kunnen pakken. In beginsel zal de meerjarenraming passend moeten worden gemaakt naar het nieuwe inkomstenniveau; tijdelijk zou er een situatie kunnen ontstaan waarop een beroep op het weerstandsvermogen moet worden gedaan. Hoewel de kans ook groot is dat er een vereveningsfonds komt voor een nog te bepalen periode zodat nadeelgemeenten de tijd krijgen om geleidelijk hun begroting bij te stellen naar hun bijgestelde inkomstenniveau.
Decentralisaties (programma Sociaal domein)
Afgelopen maanden hebben we (tijd) geïnvesteerd in een uitgebreide risico-analyse voor het sociaal domein. Met een groep medewerkers met diverse achtergrond en betrokkenheid in dit domein zijn zo goed als mogelijk inschattingen gemaakt van de onzekerheden die er zijn, Deze zijn vervolgens gekwantificeerd door het benoemen van kans en impact. Ook reeds aanwezige beheersmaatregelen zijn benoemd. Met de belangrijkste risico's gaan we komende maanden verder aan de slag om deze beter te kunnen beheersen. Bij de risico's is onder andere aandacht voor:
• ontwikkeling van de zorgbehoefte;
• inwoners met een zorgbehoefte die niet in beeld zijn;
• de moeilijkheden om actuele sturingsinformatie te verkrijgen;
• de gevolgen van regionale samenwerking op de uitvoering van de werkzaamheden;
• wijzigingen als gevolg van ingrijpen van het Rijk - zowel op beleid als financieel.
Het financiële resultaat van deze inventarisatie is dat er een weerstandsvermogen nodig is van ca. € 2,2 miljoen. Hiervoor is de reserve Sociaal domein op dit moment nog toereikend. Er is daarom geen risico opgenomen in de doorrekeningen voor de algemene reserve.
Programma Aanpak Stikstof (PAS)
In mei 2019 is er door de Raad van State uitspraak gedaan naar aanleiding van een aantal ingediende zaken over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Onderdeel van het PAS is dat vooruitlopend op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden, alvast toestemming wordt gegeven voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor die gebieden. Zo’n toestemming ‘vooraf’ mag niet (meer). Afgelopen maanden is landelijk hard gewerkt aan een oplossing voor deze situatie.
Voor onze gemeente geldt dat we tot nu toe maar beperkt geraakt zijn. Procedures lopen langer maar bij de diverse projecten heeft de inzet van diverse middelen ervoor gezorgd dat de gevolgen zeer beperkt zijn. De extra ambtelijke capaciteit die dit gevraagd heeft is opgevangen. Een echt financiële inschatting van de gevolgen is echter nog steeds niet mogelijk. De kans is wel afgenomen ten opzichte van de risico inschatting afgelopen zomer, de onzekerheid is iets minder en we zijn dichter bij een oplossing voornamelijk doordat de rijksoverheid bezig is met het nemen van maatregelen.
Klimaatakkoord
In juni 2019 heeft het kabinet het klimaatakkoord gepresenteerd. Het kabinet ziet hierin voor de gemeenten een belangrijke regierol om de noodzakelijke energietransitie te realiseren. Het is nog steeds onduidelijk wat dit precies betekent en welk deel van de werkzaamheden bij de gemeente terecht komen. Hoewel als uitgangspunten onder andere betaalbaarheid voor de samenleving en compensatie van de toename van uitvoeringskosten van gemeenten gelden is het de vraag of dit volledig gerealiseerd zal worden. De VNG is hier nu actief mee bezig. Bij de decembercirculaire zijn in ieder geval middelen ontvangen voor de uitvoeringskosten van de transitievisie warmte, deze zijn naar verwachting toereikend.
Doordat een concrete uitwerking nog steeds ontbreekt is het niet duidelijk wat de financiële risico’s van het klimaatakkoord verder voor ons zijn. Het is wel al duidelijk dat de extra belasting op het elektriciteitsnet beperkingen kent en de grond bijna vol is. Dit zijn beperkende factoren voor de uitvoering van nieuw beleid.
Corona
Op dit moment, medio maart, zitten we midden in de Coronacrisis. De impact van Corona is nog niet in geld uit te drukken maar dat de impact groot is, staat vast. Alleen al om economisch te stabiliseren zullen omvangrijke steunmaatregelen nodig zijn. Maatregelen die niet begroot zijn op rijksniveau en ook niet in onze begroting. De komende periode zal moeten blijken hoe groot de maatschappelijke ontwrichting is. Voor de aanpak van COVID-19 kijken wij wat we, aanvullend op de landelijk maatregelen van het Rijk, kunnen doen. Dit raakt veel beleidsterreinen van onze organisatie.
De belangrijkste gevolgen voor zover deze op dit moment in te schatten zijn:
- Hogere uitvoeringslasten bij verbonden partijen: op dit moment komen er veel extra taken bij bijvoorbeeld de GGD, Veiligheidsregio en Baanbrekers. Daarnaast heeft ook een partij als de OMWB te maken met mogelijk hogere kosten of aanpassing in de dienstverlening door uitval van medewerkers en/of maatregelen. Het is nog onduidelijk wat de impact hiervan is en in hoeverre organisaties dit binnen hun eigen mogelijkheden kunnen opvangen;
- Extra ondersteuning noodzakelijk bij gesubsidieerde partijen. Terugvorderen van subsidies is op dit moment uitgesteld, ook wanneer activiteiten of verantwoording nog niet plaats kunnen vinden. Op verzoek wordt maatwerk toegepast. Bij incidentele subsidies gaan we er nog van uit dat de betreffende activiteiten later alsnog uitgevoerd kunnen worden. Daarnaast zijn er gesubsidieerde partijen die mogelijk extra geld nodig hebben als gevolg van deze periode. Denk hierbij bijvoorbeeld aan De Voorste Venne, het cultureel centrum is gesloten en er vinden nu geen activiteiten plaats. Op de langere termijn is de vraag hoe de activiteiten weer passen in de nieuwe samenleving;
- Grondverkopen kunnen vertragen of grondprijzen komen onder druk te staan. Met dit risico is rekening gehouden in de risicoberekeningen. Met ons weerstandsvermogen kunnen we dit opvangen.;
- Als gevolg van de verwachte economische ontwikkelingen een toename van het aantal werklozen en daarmee ook een toename van het aantal uitkeringsgerechtigden en inwoners met schuldenproblematiek;
- Afname van de bouwactiviteiten als gevolg van de verwachte economische ontwikkelingen waardoor ook de inkomsten uit bouwleges af zullen nemen.